Herinneringen Aan Het Strand

Jou licht scheen zo mooi tussen de zee, het zand,
Ik kuste je voor het eerst, daar op het strand.

Maar ach, het mocht niet baten,
Hoe kon je mijn hart zo eenzaam laten?

Ik zie je daar nog staan,
Badend in het licht van de volle maan.

Badend in het licht van liefde,
Met een blik die mijn hart doorkliefde.

Je haar, golvend als de zee,
Ik vaar op jouw ritme mee.

Met lippen gelijk een roos,
Ik weet waarom ik voor jou koos.

Doch, voor uiterlijk alleen koos ik haar niet,
Want innerlijk is waar men ware schoonheid ziet.

En je innerlijk is zo puur,
En schoon als een vuur.

Jouw vuur met zijn lange tongen,
Is mijn gedachten binnengedrongen.

Sindsdien heb ik van je liggen dromen,
Maar dat zijn wensen die nooit uit zullen komen.

Want al was onze tijd samen fijn,
Voor jou was het allemaal maar voor de gein.